Radiator Ventilator - Set van 3 Stuks - Verwarming Ventilatie - Universeel - Verstelbaar - Magnetisch - Geruisloos - Energie Besparend - Rheme

Radiator Ventilator set van Rheme Onze radiatorbooster bereikt 3 keer snellere verwarming met 3 verbeterde ventilatoren door direct warme lucht uit de verwarming te zuigen. En als radiatorwarmteafleider zorgt hij ervoor dat warme lucht rechtstreeks naar het midden van de kamer stroomt, waardoor mensen directe warmte krijgen en de warmte gelijkmatig wordt verdeeld. De radiatorbooster bespaart tot 25% op het verwarmingsverbruik door de verwarmingstijd te verkorten en de ingestelde temperatuur van uw verwarming te verlagen. Het zou een geweldige oplossing zijn voor de verouderende radiatoren, die tot 50% van de kamertemperatuur zouden kunnen stijgen. Hoe te Gebruiken: Type radiatoren die voor deze ventilatoren geschikt zijn: - Brede radiatoren >69cm - Smalle radiator <69cm - Enkelzijdige radiator - Convector - Overige radiatoren 1: Sluit de ventilator aan op de radiator. 1.1: Sluit de ventilator aan op een brede radiator (platen ≥ 69 mm uit elkaar) Zorg ervoor dat de ventilator (A) naar boven wijst, plaats deze tussen de radiatorplaten en de magneten blijven automatisch aan de radiator plakken. 2: Zoek een ruimte waar de radiatormuurbeugels en verbindingsclips niet in de weg zitten. Bevestig de ventilator (A) aan de onderzijde tussen de radiatorplaten met de verstelbare magneten. De ventilator(A) kan ook bovenop de radiator en onder een afdekkap worden bevestigd. LET OP; Zorg ervoor dat de ventilatoren nog steeds naar boven gericht zijn! 3: Sluit de thermostaatkabel (C) en temperatuursensor (E) aan op de type C-connectoren aan één zijde van de ventilator (A). Zorg ervoor dat de thermostaatkabel (C) en de temperatuursensorkabel (E) aan dezelfde kant zijn aangesloten op de Type C-poorten op de ventilator. 4: Bevestig de temperatuursensor (C) met de verstelbare magneten aan de achterkant van de radiator, dichtbij de verwarmde watertoevoerleiding, of op de leiding zelf. 5: Sluit de voedingsadapter (D) met thermostaatkabel (C) aan op het stopcontact. 6: Sluit bij lange radiatoren een extra ventilator (A) aan met de aansluitkabels van 50 cm(8). Er kunnen meerdere ventilatoren (A) (maximaal 10) op één worden aangesloten. voedingsadapter (D). Extra temperatuursensoren (E) of thermostaatkabel (C) zijn dat niet vereist. 7: Zet uw centrale verwarming aan. Wacht tot de radiateurventilator (A) automatisch draait aanzetten. Dit gebeurt wanneer de radiatortemperatuur hoger is dan 32°C. Hij schakelt automatisch uit als de radiator afkoelt tot 23°C. De thermostaat geeft de gedetecteerde radiatortemperatuur weer. U kunt de automatische start- en automatische stoptemperatuur ook handmatig instellen met de knoppen op de thermostaat. BELANGRIJK: sluit de ventilator (A) aan op de stroom nadat de kabels van de thermostaatregelaar en de temperatuursensor er goed op zijn aangesloten, om er zeker van te zijn dat ventilator (A) thermostaatgestuurd kan worden. 1.2: Sluit de Radiatorventilator aan op een smalle radiator (platen <69 mm uit elkaar) 1: Draai de verstelbare magneten totdat de magneet bovenaan zit, 2 magneten aan de ene kant, twee aan de andere kant. 2: Stel de verstelbare magneten af op de juiste breedte. 3. Herhaal stap 1-7 voor de brede radiator. Gebruik de verstelbare magneten om op te hangen. 1.3: Sluit de radiatorventilator aan op een enkelzijdige radiator 1: Plaats alle verstelbare magneten op dezelfde kant van de radiatorventilator (A), en zorg ervoor dat de magneten zich aan de rand bevinden. 2: Herhaal stap 1-7 zoals voor de brede radiator. 1.4: Sluit de radiatorventilator aan op een convector 1: Bevestig de voeten door ze in de sleuven van de radiatorventilator (A) te drukken. 2: Zorg ervoor dat de radiatorventilator (A) naar boven wijst. 3: Plaats de Radiatorventilator (A) bovenop de convector en laat ruimte tussen de convectorzijden en de Radiatorventilator (A) om het geluid te verminderen. De Radiatorventilator kan, indien de ruimte dit toelaat, ook op de grond onder de convector worden geplaatst. 4: Als het convectorblok van magnetisch materiaal is gemaakt, kan de temperatuursensor (C) er met behulp van magneten eenvoudig op worden geplaatst. De temperatuursensor kan ook tussen twee platen van het convectorblok worden geklemd om een goede warmteoverdracht te garanderen. De sensor kan met behulp van het meegeleverde klittenband aan een koperen leiding of op een andere niet-magnetische locatie worden bevestigd. 1.5: Voor overige radiatoren 1: Zorg ervoor dat de voeten verticaal staan ten opzichte van de radiatorventilator. Plaats de radiateurventilator direct onder de radiateur. Zorg ervoor dat de ventilatoren naar boven gericht zijn. 2: Volg de stappen van 1.2.1 stappen 3-7 om de ventilator te laten werken. Het instellen van de Thermostaat: Normaal gesproken toont het display de temperatuur die door de temperatuursensor wordt gedetecteerd. Als de temperatuursensor niet is aangesloten of beschadigd is, wordt op het display 00 weergegeven. 1: Hou de linkertoets (WORK/+) 3 seconden ingedrukt om de WORK-temperatuurinstelling te openen. De temperatuur op het scherm knippert. Nu is de linkertoets (WORK/+) voor het verhogen van de temperatuur en de rechtertoets (STOP/-) voor het verlagen van de temperatuur. U kunt de temperatuur wijzigen door op deze 2 knoppen te drukken, na het instellen stopt u gedurende 3 seconden en bedien geen enkele knop. De temperatuur wordt opgeslagen en de instellingeninterface wordt verlaten om terug te keren naar de werkelijke temperatuurinterface van de temperatuursensor. (Opmerking: de initiele WORK-temperatuur is 32 Celcius. Wanneer de door de temperatuursensor waargenomen temperatuur >32 Celcius is, gaat de thermostaat naar de WORK-modus en begint de ventilator te draaien.) 2: Houd de rechtertoets (STOP/-) 3 seconden ingedrukt om de STOP-temperatuurinstelling te openen. De temperatuur op het scherm knippert. Nu is de linkertoets (WORK/+) voor het verhogen van de temperatuur en de rechtertoets (STOP/-) voor het verlagen van de temperatuur. U kunt de temperatuur wijzigen door op deze 2 knoppen te drukken. Stop na het instellen gedurende 3 seconden zonder enige instelling. Bediening op de knoppen, de temperatuur wordt opgeslagen en de instellingeninterface verlaten, en de huidige temperatuur weergegeven die door de sensor is gedetecteerd. (Opmerking: de aanvankelijk ingestelde STOP-temperatuur is 23 Celcius. Wanneer de door de temperatuursensor gedecteerde temperatuur lager is dan 23 Celcius, de thermostaat gaat naar de STOP-status en de ventilator stopt met werken.) 3: De werktemperatuur van de thermostaat ligt tussen 0-60 graden. (Let op: als geen enkele temperatuursensor of temperatuursensor niet werkt, staat de thermostaat standaard in de WORK-status, dat wil zeggen dat de ventilator werkt. Als de gedetecteerde temperatuur binnen 23-32 ° C ligt of bij het eerste gebruik staat de thermostaat standaard in de STOP-status, dat wil zeggen dat de ventilator niet draait.) 4: De ingestelde WORK-temperatuur moet hoger zijn dan de STOP-temperatuur. (Wanneer het WERK-temperatuur is ingesteld op 30'C, de STOP-temperatuur kan worden ingesteld op maximaal 29'C.) 5: Reset: houd beide knoppen WORK en STOP 3 seconden ingedrukt, het scherm geeft 88`C+ weer WORK+STOP en knippert 3 keer, en sluit vervolgens af om de huidige temperatuur of weergave weer te geven 00 als er geen temperatuur wordt gedetecteerd. Het product wordt teruggezet naar de standaardinstelling.

• Ean/ISBN: 8720153345774
• Review: